Het broedvrij houden van (toekomstige) bedrijven terreinen klinkt misschien een beetje vaag. Hoe wordt er voor gezorgd dat vogels niet gaan broeden op het terrein? In een eerder artikel hebben we al uitgelegd waarom het broedvrij houden in sommige gevallen noodzakelijk is. De belangrijkste reden is dat de wet het niet toestaat om broedende vogels te storen. De gevolgen van één nest kunnen dus enorm zijn op bijvoorbeeld bouwterreinen.
Na een drukke lente en zomer waarin we weer een aardig oppervlakte broedvrij hebben weten te houden geven we meer inzicht in hoe broedpreventie te werk gaat.
Stap 1: het terrein in kaart brengen
De eerste stap klinkt logisch, maar is wel direct één van de belangrijkste. Elk gebied dat broedvrij gehouden moet worden is anders. Alleen al te denken aan alle verschillende vogelsoorten die op een (bouw)terrein kunnen voorkomen. Wanneer het terrein en de te verwachten vogelsoorten in kaart is gebracht ontstaat er een duidelijk beeld met welke inspanning het terrein broedvrij moet worden gehouden. Als het terrein grondig is verkend stellen we een plan van aanpak op waarin de volgende stappen worden ingevuld.
Stap 2: gebruik maken van natuurlijke hulpmiddelen
Het doel van een terrein broedvrij maken is het zo oninteressant mogelijk maken voor de vogels. Simpel gezegd moet er geen aantrekkelijke nest gelegenheid meer op uw terrein aanwezig zijn. Nu is dit lastig, maar door het verwijderen van struikgewas of het maaien en klepelen van het terrein zorgt ervoor dat de meest voor de hand liggende broedplekken er niet meer zijn. Doordat de vegetatie weg is word het terrein overzichtelijker en is daarom makkelijker broedvrij te houden. Zodra deze stap is gezet starten we met gebiedsbeheer.
Stap 3: gebiedsbeheer met honden en roofvogels
Een vogel is een vindingrijk beestje, en weet zelfs te broeden op plaatsen waar u het nooit verwacht. Daarom is het niet genoeg om enkel van natuurlijke hulpmiddelen gebruik te maken. Er moet actief gebiedsbeheer toegepast worden met natuurlijke vijanden. Avonda Faunabeheer zet hiervoor verschillende honden en roofvogels in. Allemaal met hun eigen specialiteit. Zo hebben we honden die geschikt zijn om bebouwde terreinen broedvrij houden en andere die zorgen dat grote open vlaktes broedvrij blijven. De roofvogels zorgen ervoor dat vogels het gebied liever mijden. Deze combinatie zorgt heeft als resultaat dat de kans op nestelende vogels nihil is.
Stap 4: eventuele alternatieve broed opties aanbrengen
In sommige gevallen is het niet toegestaan om zo maar broedpreventie toe te passen. Zeker bij meer natuurlijke gebieden kan het zijn dat er alternatieve broedlocaties buiten het broedvrij te houden gebied moeten worden aangebracht. Dit komt voor wanneer er een beschermde vogelsoort in het gebied zit. Bijvoorbeeld wanneer er vogels met het hele jaar door beschermde nesten in een broedvrij te houden gebied aanwezig zijn.
Een mooi voorbeeld hiervan is een bosgebied dat wij deze lente/zomer broedvrij hebben gehouden. In dit broedvrij te houden gebied huisde een Europese buizerd. Voorafgaan van onze werkzaamheden hebben wij op drie verschillende locaties in de buurt nestmanden voor de buizerd opgehangen als alternatieve broedlocatie. De buizerd heeft met succes twee kuikens groot gebracht op 200 meter van het broedvrij te houden terrein.
Stap 5: einde seizoen
Gedurende de gehele broedperiode, vanaf eind februari tot en met juli (afhankelijk van de aanwezige vogelsoort), blijven we actief met honden en roofvogels. Dagelijks lopen we over het terrein of door het gebied om de aanwezige vogels te verstoren/verontrusten en zo te zorgen dat er geen broeders plotseling roet in het eten gooien. Als het broedseizoen voorbij is stoppen de werkzaamheden en is alles weer zoals het was, zonder blijvende (financiële)schade of aanpassingen aan het terrein.
Benieuwd hoe wij uw terrein broedvrij kunnen houden? Neem vrijblijvend contact op en we bespreken graag alle mogelijkheden.